Na enige tijd moeten alle banden worden vervangen. Hieronder enkele tekenen waarop u moet letten.
De bandprofielen in die mate afgesleten zijn dat u niet langer veilig kunt rijden: Alle bandprofielen verminderen op den duur naarmate het rubber verslijt. De meeste banden hebben slijtage-indicatoren om u te helpen profielen die niet langer veilig zijn, te herkennen. Het gaat om staafjes uit verhard rubber die zichtbaar worden wanneer uw banddiepte kleiner is dan een bepaalde diepte (het wettelijke minimum in de EU is 1,6 mm).
Ongelijkmatige profielslijtage, waarbij bepaalde delen sneller afslijten dan andere, kan wijzen op problemen aan uw voertuig of banden. Controleer de banden regelmatig op profielslijtage.
U schade aan de band vaststelt: Kleine zichtbare barsten in de wang van de band, ook wel een craquelépatroon genoemd, zijn een teken dat de banden aan vervanging toe zijn. Schade aan dit onderdeel kan immers een klapband veroorzaken. Bovendien moeten wangen, profielen en schouders regelmatig worden nagekeken op sneetjes, bobbels, bulten en barsten. Banden met dergelijke schade moeten worden vervangen, zelfs als het profiel nog niet is afgesleten.
Wanneer u versleten of beschadigde banden vervangt, kunt u het beste alle vier banden tegelijk vervangen. Als u slechts twee banden vervangt, moet u ervoor zorgen dat ze overeenkomen met de andere banden die al op het voertuig staan. Met het oog op optimale tractie en stabiliteit laat u de nieuwe banden het beste op de achteras plaatsen.